‘Roomschen’ en niet-100%-hetero’s

De kerkdienst op Roze Zaterdag van 24 juni aanstaande zou eerst in de Sint Jan van ‘s-Hertogenbosch plaatsvinden mèt de bisschop, mgr. de Korte, erbij.
Onlangs trok die bisschop beide voornemens toch weer in.

Er is al veel over (de motivatie van de bisschop ten gunste van een roze viering in de St. Jan en het uiteindelijke besluit van mgr. de Korte om er alsnog van af te zien) geschreven en geoordeeld in de diverse media.
Ikzelf mag evenmin oordelen. Als ik in de spiegel van mijn leven kijk besef ik dat ik in mijn leven mensen beschadigd en pijn gedaan heb. Ik heb er alles aan gedaan om daaronder een streep te zetten.
Daarom beperk ik mij tot deze reactie:

Ik was niet de enige die een paar weken geleden knipperde met de ogen toen ik las dat de Oecumenische Viering van Roze Zaterdag in de Sint Jan zou plaatsvinden. Later las ik dat de plebaan van de St. Jan mede voor zou gaan in die dienst en dat mgr. de Korte op het einde de zegen zou geven.
Ik dacht toen al: het is nu wachten op een reactie van priester Mennen.
Ik hoefde niet lang op die reactie te wachten.

priester Mennen

Mennen fulmineerde buiten zinnen tegen alles wat hem daarin tegenstaat. Ach, denk ik dan, het is genoegzaam bekend: dat soort gedrag (lees: gekonkel) is heel herkenbaar bij mensen die zelf met hun eigen geaardheid worstelen. Ik spreek uit mijn eigen ervaring in een ver verleden…

Inmiddels heeft mgr. de Korte vanwege verzet binnen het bisdom ‘s-Hertogenbosch de toestemming voor de viering in de St. Jan en zijn aanwezigheid daarbij ingetrokken, al blijft de plebaan één van de voorgangers in de Roze Viering die nu in de protestantse Grote Kerk, vlakbij de St. Jan, plaatsvindt. En ook nu zijn Mennen & Co verre van tevreden. Het was te verwachten.

Verzet binnen het bisdom: het is een kleine recalcitrante groep orthodoxe RK-gelovigen/priesters die steevast chantage gebruikt om de Leer der Kerk naar de letter te bewaken. Daarbij heiligt het doel elk middel, want de Leer der Kerk is niet pastoraal en de letter is wet. Daar is ook totaal geen discussie mee mogelijk, want de Leer staat niet ter discussie. In de absolute waarheid die achter de Letter der Leer schuilgaat ligt voor hen de ultieme opdracht en het genoegen om elke andere mening/levenswijze/afvallige ‘geestelijk’ dood te knuppelen. En mòcht er (‘geestelijk’) bloed vloeien, dan rust de bloedschuld op (in dit geval) de homo’s zelf (ja, dit staat in de Bijbel: Leviticus 20,13) en wast dus elke criticus zijn handen tevreden in onschuld. Dat de gezondheid van de voorganger van mgr. de Korte, mgr. Hurkmans, hieronder leed in zijn nadagen als bisschop van ‘s-Hertogenbosch is geen geheim. Hij werd weer milder, zoals hij eens als pastoor ook was en dat werd niet gepikt.

Zolang kerkelijke praktijken die recht tegen de Leer ingaan verborgen blijven, is er geen vuiltje aan de lucht. Zodra het openbaar wordt is het ‘not done’, een probleem, een rel.
Als ik indertijd gelogen had omtrent mijn homoseksuele praxis, dan had ik pastoraal werker kunnen worden. Was het later alsnog ‘openbaar’ geworden, dan (en dit is letterlijk aan mij medegedeeld door het toenmalig Hoofd Personeelszaken van het Bisdom Rotterdam)…”…is er een probleem, maar dan is daar wel een mouw aan te passen.”

Je mag dit alles hypocriet noemen. Het is veel meer een even zielig als triest fundamenteel onvermogen om de huidige tijdspanne theologisch, leerstellig en pastoraal te benaderen.
Wie de Roze Viering in de Sint Jan beschrijft als ‘het innemen van het laatste bolwerk dat vasthoudt aan de schriftuurlijke afkeuring van homoseksueel gedrag en van alle handelingen tegen de morele natuurwet’ draagt dat onvermogen in zich.
Daar is geen discussie mee mogelijk, laat staan een gesprek. Mgr. de Korte zal er nog vaak een zware dobber aan hebben, al leert hij zo zijn collega’s in het ambt wel kennen…

Mgr. de Korte, bisschop van ‘s-Hertogenbosch

Bisschop de Korte laat in zijn brief de kerkleer overeind (en maak je geen illusies: die blijft zo!), maar hij laat als een echte herder merken, dat er wel degelijk ruimte is. Die ruimte is er in de meeste parochies en gemeenschappen al veel langer. En daarom neemt hij die ruimte niet in het verborgene, maar benoemt het en wil er inhoud aan geven, zij het nu op wat beperkter schaal. Het is aan ons om zijn uitgestoken hand in dank te aanvaarden. Dan zal het voor alle aanwezigen in de Roze Viering mogelijk zijn om waardig en met opgeheven hoofd te zingen, te bidden en de Heer te danken voor al het goede van de liefde die Hij in ons gelegd heeft. Die uitgestoken hand en een waardige viering zijn een zegen op zich. Die zegen kan door niemand afgepakt worden!