Het komt goed

‘Ons’ vliegtuig, de Boeing 747-406, genaamd “The City of Bangkok”. ©Marcel Hohl, JetPhotos

In de afgelopen driekwart jaar bereidden mijn partner en ik een reis naar Canada voor: de ultieme droom van mijn schoonzus-met-beperking om haar familie aldaar te bezoeken. Op het moment dat ik dit schrijf zijn wij halverwege de vliegreis richting Toronto.

Reisdetails: vliegsnelheid 985 km/u, vlieghoogte ruim 11 kilometer, buitentemperatuur -48 graden Celsius.

Dat het een hele klus zou worden stond als een paal boven water en dan nòg ontdek je telkens weer kleine details en belangrijke zaken die om aandacht en bijstellen van de oorspronkelijke verwachtingen vragen. Zoals bijvoorbeeld het online aanmelden van je komst bij de Canadese overheid via een ETA (soort van digitaal visum, sinds 2013 van kracht). Of het verplicht moeten boeken van en dus betalen voor Bussiness-Class, omdat mijn schoonzus door haar beperkingen en beenspalken niet in de Economy-Class kan en mag zitten. Of het extra boeken van een overnachting, omdat een mindervalide wordt aanbevolen om 4 uur voor het daadwerkelijke vertrek van hun intercontinentale vlucht zich te melden op Schiphol bij de incheckbalie, in ons geval om 05.45 uur. Of het vervoer naar Schiphol, als blijkt dat het aangeboden vervoer, na de extra geboekte overnachting bij Hotel Schiphol A4 (vd Valk), niet toegankelijk is voor mindervaliden-met-rolstoel. Of als er doemscenario’s ter sprake komen over de je-kunt-er-je-kont-niet-keren zo krappe vliegtuigtoiletten, die voor mindervaliden al helemaal niet te gebruiken zouden zijn en er dus luiers en plastic broekjes aan te pas zouden moeten komen om de toiletgang van 7 uur vliegen te overbruggen, wat uiteraard een illusie is.

Nu heb ik mijn schoonzus-met-beperking wel vaker van nòg krappere schijtdozen moeten hijsen, dus kom bij mij niet aanzetten met de wildste verhalen over de vliegtuigtoiletten. Ik was veel nieuwsgieriger hoe zij het opstijgen en dalen zou gaan ervaren, gezien de minder plezierige impact die dat heeft op haar broer / mijn partner. Ik ben als een kind zo blij in een vliegtuig en al helemaal als ik bij een raampje zit. Ik heb echter een broertje dood aan de stress en de druk die er vooraf op een vliegreis ligt. Ik kan slecht tegen grote druk en bij mij komt dan de ontlading als we daadwerkelijk gaan opstijgen. Mijn schoonzus-in-kwestie is echter kerngezond en zelden ziek. Als ze wat te klagen heeft zijn het de ongemakken van haar beperkingen en de kwaaltjes die daaruit voortvloeien.

Wat ik gehoopt en verwacht had kwam uit: Bij het opstijgen had zij nergens last van en de toiletten zijn prima te doen, zeker met de extra te creëren ruimte d.m.v. gordijntjes om haar discreet te kunnen helpen, notabene met cabinepersoneel als bewakers van de discrete ruimte.

Vertrouwen. Ik denk dat het ons daaraan wel eens ontbreekt. Het is goed om bepaalde zaken van diverse kanten te bekijken. Daaruit kunnen nieuwe zienswijzen of een andere benadering en aanpak gedistilleerd worden. Maar een werkende ‘glazen bol’ bestaat nog steeds niet en van koffiedik-kijken is ook nog nooit iemand wijzer geworden, laat staan een reis soepeler verlopen. Vertrouwen hebben. Dat het goed komt. Op welke wijze dan ook. Zelfs als iets tegenzit, groot of klein: het komt goed.

Ik heb makkelijk praten. Ook bij mij flitsen meer dan mij lief is over allerhande zaken geregeld doemscenario’s door mijn hoofd. Het is eigen aan mijn persoontje. En soms denk ik ook wat te makkelijk. Da’s ook niet in alle gevallen gezond. En toch…blijf ik zoeken naar, hopen op en werken aan dat vertrouwen. En ook met een greintje naïviteit kun je heel oud worden. Het komt goed. Uiteindelijk. Altijd!

En wat deze Canada-reis voor mijn schoonzus-met-beperking betreft: zij heeft nog ruim twee weken te gaan, inclusief de landing over 2 uur…èn inclusief een herinnerings-cadeautje met kaartje van de gehele crew, omdat dit haar allereerste vlucht is! En wij? Wij zijn haar toiletgrepen, handvaten, rolstoelmotor, regelaars, hulp en toeverlaat èn….medegenieters!

Hoe mooi kan het leven zijn!!